Waar is de emotie?
Wat als je erachter komt dat je geliefde moeder een informant van de Hongaarse geheime dienst was? Dat ze niet alleen informatie over vage bekenden doorspeelde, maar ook over haar eigen vrienden en familie? Hoe valt dat te rijmen met haar rol als echtgenote, moeder en vriendin? Is begrip voor haar situatie mogelijk of kun je er alleen met afschuw op terugkijken?
Bruria Forgách is afkomstig uit Israël. Ze is Palestijnse en haar antipathie jegens de Joodse staat is groot. Sinds haar huwelijk woont ze in Hongarije. Haar echtgenoot, die officieel correspondent is voor het Hongaarse persbureau, is aanvankelijk degene die voor de geheime dienst werkt. Hij staat bekend onder de codenaam Pápai. Pas wanneer hij geestelijk labiel wordt, komt Bruria in beeld. Langzaam neemt ze de rol van haar man over en al snel staat zij te boek als mevrouw Pápai. Dankzij haar privésituatie kan ze makkelijk naar Israël reizen, waar het een van haar taken is om bij het 29e en 30e Zionistische Wereldcongres te infiltreren.
In het boek wordt het niet met zoveel woorden gezegd, maar het spioneren van Forgáchs moeder speelt zich af tijdens de Koude Oorlog. Het is tijdens de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw dat ze informatie doorbrieft aan de communisten. Haar activiteiten bleven lange tijd verborgen, tot auteur András Forgách (1952), een van haar zonen, er enkele jaren geleden als bij toeval achterkomt. Hij is in Hongarije een bekende persoonlijkheid, niet alleen actief als auteur en vertaler, maar ook als kunstenaar. In de periode dat zijn moeder voor de geheime dienst werkte, speelde hij zelf een aanzienlijke rol in het verzet tegen de communisten. Geen wonder dat ‘de ontdekking’ insloeg als een bom en de auteur ertoe aanzette zoveel mogelijk informatie boven water te krijgen.
‘Mijn moeder was een agent of een verklikker. Niet waar. Wel waar. Nietes. Welles. Goed dan, ze was geen verklikker maar een spion. Geen echte spion, maar iets wat erop lijkt. Ze was geen van beide, ze was een geheim medewerker, een gm. Een minuscuul radertje in een kleinzeilig, onderdrukkend apparaat, een totaal onbelangrijk tandwieltje.’
De drijfveer voor veel lezers om dit boek op te pakken zal de zoektocht zijn van zoon András naar het geheime dubbelleven van zijn moeder. De vraag hoe je nieuws van dat kaliber te boven komt. Dat verhaal wordt echter ondergesneeuwd doordat het boek vooral bestaat uit rapportages, evaluaties en notities, verslagen met namen en functies die de lezer niets zeggen. Samenhang is vaak ver te zoeken en de relevantie voor het verhaal is veelal onduidelijk. Tussen alle officiële papieren door zijn er brieven die de Pápais elkaar stuurden sinds ze elkaar leerden kennen. Ook zijn er tientallen bladzijden informatie over hoe een ‘contactpersoon’ zich dient te gedragen. Wat is de juiste toon bij een gesprek? Hoe creëer je de juiste sfeer? Wat kan men zich al dan niet veroorloven? Te veel gegevens die afleiden van het eigenlijke verhaal. Als achtergrondinformatie was het nuttiger geweest meer te vertellen over de politieke situatie in Hongarije, over de toenmalige relatie tussen Joden en Palestijnen, over de communisten die tijdens de Koude Oorlog aan het roer stonden,...
De akte van mijn moeder is een goed boek, maar het had zoveel beter kunnen zijn. Te weinig structuur en te veel uitweidingen doen het verhaal de das om. Waarom wordt het persoonlijke verhaal van zoon András zo weinig belicht? Waar is de emotie die dit boek naar een hoger plan had kunnen tillen? Bij lezers buiten Hongarije zal het boek vermoedelijk te weinig losmaken om een succes te worden.
Reageer op deze recensie